De arbeidsovereenkomst komt, net als overeenkomsten in het algemeen, tot stand door aanbod en aanvaarding.
Er is sprake van een aanbod als er een voorstel wordt gedaan dat alle essentiële elementen van de arbeidsovereenkomst bevat. Het eerste aanbod zal meestal gedaan worden door de werkgever. Vervolgens volgt vaak een periode van onderhandeling tussen partijen over de arbeidsvoorwaarden, de ‘precontractuele fase’. Pas als partijen overeenstemming bereiken over de essentiële arbeidsvoorwaarden, komt de arbeidsovereenkomst tot stand. De hoogte van het loon en de duur van de arbeidsovereenkomst zullen doorgaans essentiële voorwaarden zijn. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan dit ook andere voorwaarden betreffen, zoals een concurrentiebeding.
De arbeidsovereenkomst hoeft niet schriftelijk te worden aangegaan. Dat wil zeggen dat als partijen mondeling overeenstemming bereiken, er een geldige arbeidsovereenkomst tot stand komt.
Voor bepaalde voorwaarden is echter bij wet bepaald dat deze schriftelijk overeengekomen moeten worden om geldig te zijn. Het schriftelijkheidsvereiste geldt bijvoorbeeld voor het proeftijdbeding, eenzijdig wijzigingsbeding, concurrentiebeding en boetebeding. Daarnaast rust op de werkgever de plicht de werknemer (nadat de arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen) een schriftelijke opgave te verstrekken van bepaalde gegevens, waaronder de functie van de werknemer, het loon, het tijdstip van indiensttreding, de duur van de arbeidsovereenkomst, of sprake is van een (schriftelijke) arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, of sprake is van een oproepovereenkomst, en de gebruikelijke arbeidsduur per dag of week.
Gezien het voorgaande en vanuit bewijstechnisch perspectief geniet het de voorkeur de arbeidsovereenkomst schriftelijk overeen te komen, ookal is dit geen totstandkomingsvereiste.
De definitie van de arbeidsovereenkomst is te vinden in artikel 7:610 BW. Een tussen partijen gesloten overeenkomst kwalificeert als arbeidsovereenkomst als aan vier vereisten is voldaan:
Het begrip ‘arbeid’ wordt ruim uitgelegd. Hier is sprake van als de werkgever een economisch belang bij de arbeid heeft. Ook bijvoorbeeld slaap- en aanwezigheidsdiensten vallen hieronder.
Loon is de vergoeding verschuldigd door de werkgever tegenover de bedongen arbeid.
Ook wanneer maar een paar uur wordt gewerkt, is in beginsel sprake van het verrichten van arbeid gedurende zekere tijd.
Dit is het voornaamste verschil tussen de arbeidsovereenkomst en de overeenkomst van opdracht. In de gevallen dat de vraag opdoemt of de overeenkomst als arbeidsovereenkomst kwalificeert, gaat het dan ook vrijwel altijd om de vraag of er sprake is van een gezagsverhouding tussen partijen. Hieronder wordt nader op dit vereiste ingegaan.
Is er sprake van een gezagsverhouding, dan is er geen sprake van een overeenkomst van opdracht, maar van een arbeidsovereenkomst. Om te beoordelen of er sprake is van een gezagsverhouding, wordt eerst bekeken wat de bedoeling van partijen is geweest bij het aangaan van de overeenkomst. Daarna wordt nagegaan hoe partijen daadwerkelijk uitvoering aan de overeenkomst hebben gegeven. Hierbij wordt gekeken in hoeverre de arbeidsrelatie is ingebed in de arbeidsorganisatie. Mocht hieruit naar voren komen dat niet is beoogd een arbeidsovereenkomst te sluiten, dan dient (toch) nog te worden bekeken of sprake is van een dusdanige gezagsverhouding dat desalniettemin sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Elementen die een rol spelen bij de beoordeling of sprake is van een gezagsverhouding zijn onder meer:
Meer weten over wanneer sprake is van een arbeidsovereenkomst? WAL Legal helpt u graag verder. Neem gerust contact met ons op.